Brandwondenmanagement
Brandwondenmanagement
let op uw eigen
veiligheid!
Alhoewel eenzelfde systematiek van ATLS vereist is bij een brandwondenpatiënt zijn er zeker enkele punten om bij stil te staan.
Zo is het inschatten van intubatienood bij inhalatietraumata essentieel, het inschatten van het vochtbeleid in functie van het verbrande huipoppervlak en het bepalen van criteria voor dringende transfert naar een brandwondencentrum
1. Levensreddende maatregelen (ABCDE)
Ook hier volgen we het ABCDE systeem voor polytrauma opvang.
A: Ademweg
Let op INHALATIELETSELS!
Indicatoren:
Aangezichtsbrandwonden
verbranding van wenkbrouwen en neusharen
thv mond en keel inflammatie en/of roetresten
zwart sputum
verhaal van bewustzijnsdaling in de omgeving van een brand
explosie met brandwonden thv hoofd en thorax
carboxyhemoglobine >10% bij een patiënt uit de omgeving van een brandhaard
THERAPIE bij INHALATIELETSELS:
ALLE inhalatieletsels hebben nood aan een transfert naar een brandwondencentrum.
Wanneer zal je beslissen tot intubatie alvorens transport?
Bij lange transporttijd
bij ademnood
bij stridor
B: ventilatie
Oedeem bovenste luchtwegen: cfr inhalatieletsels
inhalatie rookpartikels:
chemische tracheobronchitis
oedeem
pneumonie
CO-inhalatie:
globaal verband tussen concentratie en kliniek (variabel!!!)
<20% meestal geen symptomen
20-30% hoofdpijn en nausea
30-40% verwardheid
40-60% coma
>60% overlijden
C: circulatie
IV lijnen:
voor pijnstilling
zodra >20% verbrande huidoppervlakte
bij inhalatieletsels
vochtbeleid:
eerste 24h:
in functie van de oppervlakte verbrande huid 2e en 3e graad
per 24h 2-4 ml/kg/% verbrande oppervlakte
bijvoorbeeld persoon 70 kg en 20% => 4200ml/24h (2800-5600 ml/24h)
in functie van de urineproductie:
normale productie bij volwassenen is 30-50 ml/h
bij kind <30kg is dit 1ml/kg/h
D: disability
Een kort neurologisch onderzoek is interessant om te zien of er geassocieerde neurologische letsels zijn (hersentrauma, zenuwverbranding door electrocutie,...)
Is de patiënt bewust?
Kan hij alles bewegen?
Heeft hij overal een normale sensibiliteit? Zo neen, is deze dan veroorzaakt door de brandwonde zelf of door andere letsels?
E: exposure
let op eigen veiligheid!
STOP HET VERBRANDINGSPROCES!!!Verwijder kledijverwijder chemicaliënovervloedig spoelen (cave onderkoeling)
2. Anamnese
AMPLE-schema
A: ALLERGIE
M: MEDICATIE: thuismedicatie? vaccinatiestatus tetanus?
P: PERVIEOUS ILLNESS
L: LAST MEAL
E: EVENT:
Wat is er gebeurd? aard vd verbranding? (chemisch, hitte,..)
Wanneer is het gebeurd? (uur van de verbranding)
3. Lichamelijk onderzoek
Bij het lichamelijk onderzoek letten we vooral op
De totale oppervlakte 2e en 3e graads volgens de regel van 9
De diepte van de brandwonden
Belangrijk is ook om te evalueren of er andere geassocieerde letsels aanwezig zijn (breuken, hersenletsels, zenuwletsels door electrocutie....
Het wegen van de patiënt is interessant in het vochtbeleid, omdat brandwondenpatiënten zeer veel vocht verliezen.
Het is ook van belang voor het doseren van medicatie en van de planning voor de vochttoediening.
Oppervlakte letsels
De regel van 9 voor volwassenen en grote kinderen:
Hoofd = samen 9 (vooraan + achteraan)
Thorax = 18
vooraan = 9
achteraan = 9
Abdomen
vooraan = 9
acheraan = 9
Armen
elke arm = 9
Benen
elk been = 18
vooraan = 9
achteraan = 9
Genitaliën = 1
Bij kleine kinderen is de verhouding anders: Het hoofd is groter en de benen kleiner
Hoofd = 18
vooraan = 9
achteraan = 9
Benen: ieder been = 14
vooraan 7
achteraan 7
Thorax = volwassene = 18
vooraan = 9
achteraan = 9
Abdomen = volwassene = 18
vooraan = 9
achteraan = 9 (iedere bil (gluteaal = 2,5)
Armen = volwassene = 9 per arm
Diepte brandwonden
1e graad:
roodheid
pijn
geen blaarvorming
2e graad:
rood
zwelling
blaarvorming
pijn
3e graad:
geen pijnsensatie ih gebied
kleur = variabel
rood niet wegdrukbaar
donker
wit / waskleurig
lederachtig
4. Basisonderzoeken
Bloedname
arterieel
veneus
CBC (complet)
bloedgroep + kruisproef
carboxyhemoglobine
electrolieten en glucose
zwangerschapstest
RX thorax
5. Beveilig perifere circulatie
Verwijder alle juwelen
Controleer de perifere circulatie:
capillaire refill
cyanose
perifere neurologie
pulsatie (eventueel met een doppler toestel)
Escharotomie
is zelden nodig in de eerste 6 uren
Fasciotomie
is eveneens zelden nodig
6. Maagsonde
Indicaties:
nausea en braken
>20% brandwonden
7. Medicatie
Pijnstilling
Sedativa
Antibiotica: Profylaxe heeft geen bewezen meerwaarde
8. Wondzorg
Indien transfert wordt overwogen: Best afdekken met compressen in fysiologische oplossing gedrenkt.
Indien geen transfert wordt overwogen: Alle letsels behalve het gelaat: Flammazine verband.
Indien letsels van het gelaat: Furacine zalf
9. Transfer criteria
Naargelang het oppervlakte en de graad van de brandwonden:
3e graad > 5%
2e en 3e graad samen >20% bij gezonde volwassene
bij kinderen <10 jaar en ouderlingen bij > 10%
Naargelang de locatie van de 2e en 3e graads brandwonden:
Aangezicht
Handen en voeten
Genitaliën
Perineum
Grote gewrichten
Naargelang de aard van de verbranding:
electrocutie
chemische brandwonden
inhalatieletsels
Bij voorafbestaande ziekte die de genezing kan bemoeilijken
Bij kinderen sneller doorverwijzen
Bij nood aan lange termijn psychosociale behandeling
bijvoorbeeld bij kindermishandeling
verwaarlozing
verlies van familieleden in de brand
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren