Asthma
Asthma is een aandoening met een veranderlijke belemmering in de doorgankelijkheid van de kleinere luchtwegen door bronchospasmen en catarrale ontstekingsreactie die zich uit in een hijgende dyspnoe.
1. MECHANISMEN
- OMKEERBARE toename expiratoire weerstand:
-> bronchospasmen
-> luchtweginflammatie
-> mucosaal oedeem
-> mucosale pluggen
- gevolg:
-> hyperinflatie: air trapping
-> toename dode ruimte
2. RISICOFACTOREN ERNSTIGE TOESTAND
- eerdere intubaties
- opnames op IZ
- chronisch gebruik steroiden
- laatste jaar ziekenhuisopname voor asthma
- onvoldoende therapie gehad
3. UITLOKKENDE FACTOREN
- allergenen:
-> pollen
-> stofmijt
-> pels dieren
-> grassen
-> voedsel
- emotionele factoren:
-> stress
-> angst
- medicatie:
-> NSAID's
-> aspirine
-> beta blokker
- irritantia:
-> koude (lucht)
-> chemicaliën:
* omgevingsvervuiling
* ammoniak
* chloordampen
-> roken (actief/passief)
-> zware inspanning
- infecties luchtwegen
1. Diagnose
1. KLINIEK
- wheezing
- thoraxstijfheid
- tachycardie
- ademnood:
-> weinig effectieve ademhaling:
* dyspnoe met moeite om te spreken
* tachypnoe
* hoest
-> neiging voorover te leunen met steun
-> secundaire ademhalingsspieren
-> zweten
- bij kinderen:
-> vermoeidheid
-> dehydratatie
-> complicaties:
* recidiverende pneumonie
* recidiverende bronchitis
* atelectase
* pneumothorax
* pneumomediastinum
* ademnood tot overlijden
2. SPIROMETRIE
- piek flow meting:
-> waarden:
* normaal: 400-600
* matige obstructie: 100-300
* enstige obstructie: < 100
-> best seriele metingen
- forced expiratory volume:
-> betere meetwaarde voor longfunctie
-> moeilijk voor screening:
* niet beschikbaar op spoeddienst
* onderzoeker dependent
-> bij ernstige obstructie: FEV1 < 30-50%
3. RX THORAX
- indicaties:
-> koorts
-> vermoeden van:
* pneumonie
* pneumothorax
* pneumomediastinum
* aspiratie vreemd lichaam
-> co-morbiditeit:
* diabetes
* nierfalen
* AIDS
* kanker
-> wheezing
- bevindingen:
-> hyperinflatie
-> verspreide atelectase
4. ECG
- indicaties:
-> myocardischemie
-> ritmestoornissen
- bevindingen:
-> Re asdeviatie
-> RBBB
-> P afwijkingen
-> ST-T afwijkingen (aspecifiek)
5. LABO
- arteriële bloedgassen (geen routine)
- infectieparameters
- theofyllinespiegel bij thuisgebruik (geen routine)
2. DD
1. ALLERGISCHE REACTIE
- angioedeem
- anafylaxie
2. LONGEN
- longembolen/ luchtembolen
- bovenste of onderste luchtweginfectie
- aspiratie vreemd lichaam
- COPD
- pneumothorax
- longoedeem
- massaeffect:inhalatie
-> compressie op trachea (vaatanomalie)
-> carcinoid tumoren
3. INTOXICATIE
- met metabole acidose
- inhalatie rook
4. HART
- congestief hartfalen
- AMI
- chronisch cor pulmonale
5. LYMFADENOPATHIE
6. CONGENITALE AANDOENINGEN
- cystische fibrose
- tracheooesofagale fistel
- bronchuscyste
7. STEMBANDDYSFUNCTIE
3. Therapie
1. EERSTE OPVANG
- aërosols (duovent, ventolin)
- eventueel steroïden
- intubatie bij uitputting
- zuurstof -> houd saturatie boven 90%
2. SPOEDGEVALLEN
2.1. aërosols:
- combinatiepreparaten (DUOVENT):
-> posologie:
* > 12 jaar en volwassenen: 1-2 dosissen mondose, 3-4 /dag
* < 12 jaar: NOOIT zonder supervisie toedienen!:
0,5-1 monodose
- kortwerkende betamimetica (VENTOLIN):
-> dosering vernevelapparaat:
* < 12 jaar: 0,03 ml/kg/dosis
in praktijk:
-> </= 5 jaar: best met baby inhalator
in 2 ml fysiologisch water:
* 10 druppels
* ZN herhalen met 6 dr.
-> 5-7 jaar: in 2 ml fysiologisch water:
* 15 druppels
* ZN herhalen met 8 dr.
-> > 7 jaar: in 2 ml fysiologisch water:
* 20 druppels
* ZN herhalen met 10 dr.
* > 12 j en volwassenen:
-> in 2-4 ml fysiologisch water:
-> 0,5-1 ml Ventolin = 2,5-5 mg
-> frequentie:
* lichte vorm: bij opvang: elke 20 min
erna 3-4 /dag
* ernstig: continu
- anticholinergica (ATROVENT, OXIVENT, SPIRIVA)
-> indicatie: als onvoldoende effect op ventolin
-> welke bestaan er?
* langwerkende: SPIRIVA
* kortwerkende: ATROVENT, OXIVENT
-> toediening: 1 ampul in aërosol
2.2. Subcutaan betahistamimetica (EPINEFRINE, EPIPEN):
- CI:
-> > 40 jaar
-> coronair vaatlijden
- posologie:
-> kind: 0,01 mg/kg SC, max. 0,3 mg
-> volwassene: 0,3 mg SC, bv. epipen spuitje
herhalen zo nodig: max. 3x, tussentijd: 0,5-4h
2.3. Steroïden:
- IV: 125 mg methylprednisolone (SOLU MEDROL)
- PO: 40 mg/dag Prednisone gedurende 5 dagen
2.4. Magnesiumsulfaat:
- bij ernstige aanval:
-> posologie kind = volwassene per kg: 25 mg/kg/dosis
-> IV over 20 minuten
-> onduidelijke rol
2.5. Intubatie:
- rapid sequence:
-> gebruikbij voorkeur:
* bij preinductie: Lidocaïne: vermindert reflexen
1-1,5 mg/kg
* bij inductie:
voor sedatie:
- Hypnomidaat: 0,3 mg/kg
- Ketamine (KETALAR)
-> sterk bronchodilaterend
-> 1-1,5 mg/kg
-> best titreren:
* 1/5-1/3 amp (1 amp = 500 mg/ 10 ml)
* spierverslappers
- grote tube > 7 mm
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren