Overslaan en naar de inhoud gaan

Alcohol intoxicatie en alcoholisme (ethylabuse)

In westerse landen drinkt 90% van de bevolking minstens af en toe een glaasje alcohol.

Globaal komt bij ongeveer 10% van de mannelijke bevolking en 5% van de vrouwen een chronisch alcoholprobleem voor in de vorm van alcoholisme.

In regio's waar de werkloosheid hoog is zijn deze percentages hoger. De concentratie alcohol in het bloed wordt uitgedrukt in milligram alcohol per deciliter (bijvoorbeeld 100 mg/dL)

of in gram alcohol per deciliter bloed, ook promille genoemd (bijvoorbeeld 0,1000 g/dL of 0,1 promille). Bij normale leverfunctie breekt het lichaam ongeveer 1 glas alcoholische drank per uur af.

Zie ook het artikel over delirium

1. kliniek

 

- acute intoxicatie verschijnselen
- sedatie
- relaxatie
- euforie
- geheugenverlies
- verminderd beoordelingsvermogen
- ataxie
- vertraagde bemoeilijkte spraak
- nausea, braken
- gedaald bewustzijn, coma
- alcohol abstinentie syndroom
- vroege verschijnselen
- < 8u na de laatste alcoholinname
- kater
- hoofdpijn
- nausea, braken
- 12u na de laatste alcoholinname
- milde tremoren, angst
- anorexie
- nausea, braken
- slapte
- myalgie
- levendige dromen, nachtmerries
- 12 - 36u na de laatste inname
- irritatie, agitatie
- tachycardie, hypertensie
- tremoren van handen en tond
- alcohol hallucinatie fase
- 24u na de laatste drink
- meestal visuele hallucinaties (kruipende insekten)
- soms auditieve hallucinaties (geruisen, klikkende geluiden)
- stuipen tgv alcohol ontwenning
- 8 - 12u na de laatste alcoholinname
- korte, spontane tonisch-clonische aanvallen
- vaak voorafgaand aan een delirium tremens
- late of majeure ontwenningsverschijnselen
- Meestal omstreeks 48u na de laatste alcoholinname
- delirium tremens
- gedaald bewustzijn, verwardheid
- desorientatie
- agitatie, agressiviteit
- tachycardie
- hypertensie
- koorts

                                        - zweten

 

2. diagnose

 

- eerste benadering
- onderzoek de patient op levensbedreigende aandoeningen
- hypoglycaemie
- intracraniele bloeding
- infectie centraal zenuwstelsel
- electrolietenstoornissen
- verzamel gegevens over de drinkgewoonten van de patient
- houdt rekening met verborgen letsels omwille van het feit dat dronkenschap klinische verschijnselen kan maskeren!
- labo
- bepaling alcoholspiegel in het bloed
- toxicologiescreening om ingestie van andere producten uit te sluiten
- electrolieten
- ureum, creatinine
- glycaemie
- bloedbeeld
- magnesium, calcium, fosfaat
- PTT, INR indien stollingsstoornissen vermoed worden
- leverfunctietesten
- ammoniumdosage en bepaling van ketonen in de urine
- technische onderzoeken
- CT schedel
- indien bewustzijn erger verstoord is dan verwacht wordt aan de hand van de ethanoldosage in het bloed.
- indien een hoofdtrauma vermoed wordt
- bij vermoeden van verhoogde intracraniele druk of neurologische uitvalstekens bij klinisch onderzoek
- bij focale epilepsie
- optreden van niet op voorhand gekende stuipen
- dalend of niet verbeterend bewustzijn
- EEG

- hiermee kan een differentiatie gemaakt worden tussen stuipen door alcoholontwenning en idiopathische epilepsie

3. DD

 

- acute alcoholintoxicatie
- hypoglycaemie
- carboxynarcose
- overdosis met meerdere drugs/medicamenten
- intoxicatie met ethyleen glycol, methanol of isopropanol
- hepatische encephalopathie
- psychose
- ernstige vertigo
- psychomotore stuipen
- alchol abstinentie syndroom
- sedativa/hypnotica abstinentie
- acute intoxicatie met
- koolmonoxide
- isoniazide (tuberculostaticum)
- amfetamine
- anticholinergica
- cocaine
- idiopathische epilepsie
- infecties
- meningitis
- encefalitis
- hersenabces
- neurotrauma
- intracerebrale of subarachnoidale bloeding
- CVA
- tumoren thv centraal zenuwstelsel

- ineffectieve/onderbehandeling met anticonvulsiva

 

4. behandeling
 
  prehospitaal
- probeer niet om braken te stimuleren owv het gevaar op aspiratie
- geef zo nodig benzodiazepines bij stuipen

(Diazepam 5 - 10 mg IV over 5 à 10 min tot verbetering)

- overweeg de toediening van een 'comacocktail' bij comateuze patienten
- hypertone glucose 50ml van een 50% oplossing IV (pediatrie 25% oplossing 2 - 4 ml/kg)
- Naloxone 0,4 - 2 mg IV (pediatrie 0,1 mg/kg)
- Thiamine 100mg IV (pediatrie 50mg)
- volg de vitale parameters
- plaats een intraveneuze lijn
  spoeddienst
- initiele stabilisatie
- ABC
- evalueer de wervelkolom in geval van trauma
- IV rehydratie met glucose 5% in NaCl 0,9%
- geeft Naloxone, Thiamine, hypertone glucose bij gedaald bewustzijn

-Geef steeds zo snel mogelijk Thiamine (vitamine B) bij het vermoeden

van chronisch alcoholgebruik

om een Wernicke encephalopathie te voorkomen!

 

LET OP! TOEDIENEN VAN VITAMINE B (THIAMINE) MOET OP DE JUISTE MANIER GEBEUREN:

1.    Preventie van patiënten die asymptomatisch zijn

300 mg IV ( evt IM ) per dag gedurende 3 tot 5 dagen of tot een goede, evenwichtige voedselinname ( te overleggen op de zaalronde )

2.    Preventie bij patiënten die hoog risico vertonen

    - patiënten met recent dervinginsult
    - patiënten met oogbewegingsstoornissen, evenwichtsstoornissen of verwardheid

3 x 500 mg IV per dag gedurende 3 dagen
Nadien 1 x 300 mg per dag gedurende 5 dagen

3.    Hoe toedienen?

3.1. Thiamine IV kan in zeldzame gevallen een anafylactische reactie veroorzaken. Daarom altijd eerst testdosis
        geven

   - patiënt – indien mogelijk – bevragen naar allergische reacties op medicatie
   - probeer een goede, ruime vene aan te prikken
   - 50 mg Thiamine in 100 ml NaCl 0,9% over 15’
   - observeer op allergische reacties: warmtegevoel, jeuk, algemeen onwel, nausea, zweten, urticaria, gevoel van
      benauwde keel, …
   - lokaal kan er pijn ontstaan in de aangeprikte vene. Dit is meestal het gevolg van te snelle toediening

3.2. Indien geen reactie geef je na een uur de volledige dosis
   - 300 of 500 mg Thiamine vlgs voorschrift in 100 ml NaCl over 30’

 

 

- bij alcohol abstinentie syndroom
- Benzodiazepines (diazepem, lorazepam) zijn

eerste keuze medicatie bij agitatie tijdens een delirium

(wordt goed verdragen, anticonvulsief,

kan een delerium tremens voorkomen)

Diazepam: 5 - 10 mg IV over 5-10 min IV

- Barbituraten (phenobarbital): anticonvulsief,

kan gecombineerd afwisselend met benzodiazepines

bij ernstig delirium tremens.  10-20 mg/kg IV (oplaaddosis)

- beta blockers (propanolol, atenolol): normaliseert afwijkende

vitale parameters maar is geen behandeling

voor de neurologische complicaties van een alcoholintoxicatie of - abstinentie.

- alfa-antagonist (clonidine): centraal werkende alfa2-adrenergische agonist.

normaliseert afwijkende vitale parameters maar

is geen behandeling voor de neurologische complicaties

van een alcoholintoxicatie of -abstinentie.

- phenytoine: is niet geindiceerd in stuipen tgv alcohol abstinentie. 

Kan wel nuttig zijn bij stuipen secundair aan abstinentie zoals

idiopathische epilepsie, posttraumatische epilepsie of status epilepticus.

15-18 mg/kg aan 50mg/min IV

- vocht- en electrolietenstoornissen
- corrigeer magnesium bij
- hypomagnesiemie
- klinische tekens van

ataxie,

vertigo,

hyperreflexie,

tremoren,

athetotische en choreiforme bewegingen,

positieve babinsky refelxen,

hypergevoelig gehoor

- hypokaliemie
- corrigeer hyponatriemie
- corrigeer hypokaliemie
- bij alcoholische ketoacidosis
- agressieve rehydratie met glucose 5% in NaCl 0,9%. 

Sluit wel andere redenen van acidosis uit!

Voeg een nieuwe reactie toe

Login om te reageren