Bacteriologisch onderzoek van faeces
WAT IS HET NUT VAN BACTERIEEL ONDERZOEK VAN FAECES?
- essentieel bij het onderzoek van (vooral bloederige) diarree
- aantonen van het causaal agens van infectieuze gastro-enteritis
- beoordeling van de doeltreffendheid van een behandeling met A.B.
FYSIOLOGISCHE GEGEVENS
- rechtstreeks onderzoek van de faeces:
-> hiermee kan worden aangetoond:
* witte bloedcellen (infectieuze gastro-enteritis)
* rode bloedcellen (neoplasie,ulcus, ziekte van Crohn, ..)
* vetten (malabsorptie, pancreasinsufficientie)
* parasieten (Giardialambia, ..)
- faeceskweek:
-> Om tot een causale diagnose te komen, is het soms noodzakelijk de
volgende onderzoeken uit te voeren.
* aerobe en anaerobe kweek
* een kweek op aangerijkte bodem
* opzoeken van parasieten na concentratie
* opzoeken virale antigenen (bv. rotavirussen bij kinderen)
* opzoeken van bacteriele toxines in een weefselkweek
(toxine van Clostridium difficile, vnl bij patienten die reeds met A.B.
werden behandeld)
AFNAME
- vers geloosde faeces in een zuiver ( niet noodzakelijk steriel) recipient
- snel naar het labo sturen (indien niet mogelijk, staal op kamertemperatuur
bewaren)
WELKE AGENTIA KUNNEN INFECTIEUSE DIARREE VEROORZAKEN?
1. BACTERIEN
- Salmonella:
* Salmonella typhi:
- oorzakelijk agens voor tyfus
- in onze streken zeldzaam
- veroorzaakt altijd septikemie
- metastatische uitzaaiingen zijn frequent (cerebrale metastasen)
- natuurlijk reservoir is de mens
* Salmonella non typhi:
- veroorzaakt gelokaliseerde salmonellose thv maag-darmstelsel
- bij immuungecomprimeerde patienten kans op septikemie
- natuurlijk reservoir is dierlijk
- Shigella:
- gelokaliseerd onder het slijmvlies van het maag-darmstelsel
- verantwoordelijk voor soms zeer ernstige diarree (geen overgang
naar het bloed)
- Campylobacter:
* Campylobacter fetus:
- weinig diarree
- vaak septikemie (vooral bij immunocompressie)
* Campylobacter laridis, coli en jejuni:
- diarree met aanwezigheid van bloed
- septikemie
- Yersinia enterocolitica:
- diarrree
- pseudo-appendiculair syndroom
- erythema nodosa
- soms polyarthritis
- varkensvlees is soms een reservoir
- Pathogene Escherichia coli:
* enteropathogene E. Coli:
- diarree in crèches
* enterotoxinogene E. Coli:
- overvloedig diarree met dehydratatie
* entero-invasieve E. Coli:
- staan dicht bij Shigella
- ernstige diarree
- Clostridium difficile:
- diarree en pseudomembraneuze colitis vnl bij patienten die
met penicilline, cefalosporine, lincomycine of clindamycine
- Vibrio cholera:
- diarree en dehydratatie
- Vibrio parahaemolytica:
- gastro-enteritis in het Verre Oosten
2. VIRUSSEN
- Rotavirussen:
* winterenteritis bij kinderen jonger dan 3 jaar
- Adenovirussen:
* enteritis bij jonge kinderen
3. PARASIETEN
* Giardia lambia:
- is een protozoaire parasiet in het duodenum
- geeft diarree, abdominale pijn
- bij kinderen, immunodepressie
* Entamoeba histolytica:
- is een protozoaire parasiet in het colon
- kan asymptomatisch blijven (gezonde dragers)
- kan diarree geven (amoebendysenterie) of van metastatische
haarden (leverabces, longabces, hersenabces)
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren