Overslaan en naar de inhoud gaan

Bekken: acetabulumfracturen

FRACTUURINDELING:
-   Om letsels te kunnen indelen spreken we over een anterieure en een posterieure kolom.

In de anterieure kolom vinden we:

    de ischiopubische tak.
    de anterieure acetabulaire wand.
    het anterieure dak.
    de spina iliaca anterior.
    een deel van het anterior ilium.

In de posterieure kolom vinden we:

    het ischium.
    de posterieure acetabulumwand.
    het posterieur dak.
    het posterieur ileum.

Radiografische evaluatie van acetabulumfracturen:

    Anteroposterieure opname.
    Judet opnamen (anteroposterieur met patiënt 30-35 graden gekanteld met de
pijnlijke zijde naar boven)
    De orthogonale dwarse opname: Hierbij wordt de goede zijde naar boven
gekanteld.
    CT opnamen vervangen de RX opnamen niet.

- Classificatie van Letournel.
Is gebaseerd op de indeling in anterieure en posterieure kolom.

    Letournel Type A:    anterieure wand.
    Letournel Type B:    anterieure kolom.
    Letournel Type C:    posterieure wand.
    Letournel Type D:    posterieure kolom.
    Letournel Type E.    dwarse fractuur.
    Letournel Type F.    posterieure kolom met posterieure wand.
    Letournel Type G.    T-vormige fractuur.
    Letournel Type H.    Anterieure kolom met hemitransverse fractuur.
    Letournel Type I.    dwarse fractuur met geassocieerde posterieure
wand.
    Letournel Type J.    Beide kolommen.

-    ACETABULUMFRACTUREN volgens AO (modificatie Judet/Letournel):

A    slecht één kolom of deel van de wand van het acetabulum aangedaan
    A1    achterwand fractuur (+ posterieure luxatie)
    A2    achterste kolom
    A3.1    voorwand
    A3.2     voorste kolom
B    met transversale fractuur component,
    (deel van het) acetabulumdak in continuiteit met het os ilium
    B1    zuiver transversale fractuur
    B2    T-type fractuur
    B3    voorwand/voorste kolom +
        posterieure hemitransversale fractuur
C    fractuur van beide kolommen, alle delen van het gewrichtsoppervlak zijn niet
    meer in continuiteit met het os ilium:
    C1    met voorste kolom tot hoog in het os ilium
    C2    met voorste kolom tot in de voorrand van het os
        ilium
    C3    met fractuurlijn tot in het SI gewricht

Combinaties zijn mogelijk:
    bijv:     zuiver transversale fractuur met geassocieerd
        achterwand letsel

Indeling is alleen goed mogelijk met CT-scan, liefst in 3D

THERAPIE:
algemeen:
-    repositie eventuele heupluxatie (z.n. onder narcose)
-    supracondylaire snaartractie (6-8 kg)
-    therapie afhankelijk van fractuurtype en leeftijd patient
conservatief:
-    zweefrekverband met actief oefenen van de heup
operatief:
-    bloedige repositie en AO plaat/schroef osteosynthese, oefenstabiel

NABEHANDELING:
conservatief:
-    8 weken tractie, onbelaste mobilisatie tot 12 weken
operatief:
-    operatie plannen binnen 10 dagen
-    p.o. starten met indocid 3 dd 50 mg gedurende 3 weken (preventie periarticulaire calcificaties)
-    onbelast gedurende 12 weken

CONTROLE:
radiologisch:
-    conservatief: na 1 dag, 5 dagen, 2, 8 en 16 weken
-    operatief: na 12 en 16 weken

COMPLICATIES:
-    coxarthrosis
-    periarticulaire calcificaties met verminderde beweeglijkheid heup
-    femurkopnecrose

VERWIJDEREN OS MATERIAAL:
-    niet routinematig geindiceerd

Voeg een nieuwe reactie toe

Login om te reageren