Fibrinogeen
WAT ZIJN GOEDE INDICATIES VOOR BEPALING VAN FIBRINOGEEN?
- beoordeling van ernst van een inflammatoir syndroom
- bij leveraandoeningen: om de ernst te beoordelen
- voor chirurgie: bepaling als deel van het preoperatief onderzoek
- bij vermoeden van D.I.C.
- bij een hemorragisch syndroom
- bij onverklaarbare verlenging van de cefalinetijd, protrombinetijd of trombinetijd
- bij patiënten met een trombose of vermoeden van longembolen.
WANNEER IS FIBRINOGEEN VERHOOGD IN HET BLOED?
De voornaamste oorzaken zijn:
- infecties
- chronische inflammatoire aandoeningen (ziekte van Crohn, TBC, ...)
- neoplasie, lymfoom
- auto-immuunaandoeningen
- nefrotisch syndroom
- myocardinfarct
- zwangerschap
- postoperatief
- roken
- een hoge leeftijd
WANNEER IS FIBRINOGEEN VERLAAGD IN HET BLOED?
De voornaamste oorzaken zijn:
- ernstige leveraandoeningen
- gedissemineerde intravasculaire coagulopathie (D.I.C)
- toestanden van fibrinolyse tengevolge van:
* trombolytische aandoeningen
* fibrinolytische farmaca
- congenitale hypofibrinogenemie: Dit is een zeldzame, dominante en niet
geslachtsgebonden erfelijke aandoening.
Bloedingen doen zich pas laattijdig voor en de ziekte wordt vaak pas
ontdekt ter gelegenheid van een chirurgische ingreep.
- congenitale afibrinogenemie: zeer zeldzame, autosomaal, recessief
overgedragen aandoening. Dit leidt tot onstolbaarheid van het bloed.
- congenitale dysfibrinogenemie:
autosomaal dominant overgedragen aandoening, gekenmerkt door een
kwalitatieve stoornis van het fibrinogeen bij deze patiënten.
FYSIOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN VAN FIBRINOGEEN
- Fibrinogeen is een glycoproteïne dat gesynthetiseerd wordt in de lever
met een halveringstijd van 4 - 5 dagen
- speelt een rol:
* bij inflammatoire reacties waar een nauwe correlatie bestaat
tussen fibrinogeen, bezinkingssnelheid en CRP
* hemostase: fibrinogeen wordt omgezet tot fibrinemonomeren
onder invloed van trombine en vervolgens tot fibrinopolymeren onder
invloed van factor XIII.
In geval van een verhoogde fibrinolytische activiteit wordt fibrinogeen
door plasmine afgebroken tot degradatieproducten van fibrinogeen.
* bij aandoeningen van de lever is de concentratie van fibrinogeen
verlaagd in geval van gedecompenseerde cirrose en bij acute of
chronische hepatitis.
- bepaling:
* met van de biologische activiteit:: methode van Clauss
* bepaling van fibrinogeen als antigeen eiwit: immunonefelometrische
methode
AFNAME
- coagulatie buis met 3.8 % citraat
REFERENTIEWAARDEN
- kinderen: 150 - 300 mg/ dl of 1.5 - 3 g/ l
- volwassenen: 200 - 400 mg/ dl of 2 - 4 g/ l
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren