GEELZUCHT
1. Kliniek
Cholestase (stase van galvocht)
Hoe herkennen we het verschil tussen fysiologische en niet-fysiologische geelzucht bij babies?
|
||||
We kunnen verschillende situaties onderscheiden:
|
||||
Bilirubine piek dag 3-4
daalt na 1 a 2 weken
5.5 mg/dl bij blanken en zwarten
10 mg/dl bij aziaten
|
||||
piek dag 5-7
daalt na 1-2 weken
|
||||
Menselijke melk stimuleert de intestinale absorptie
verlengt de geelzucht door verhoogde enterohepatische circulatie
>2/3 vd kinderen blijft geel na de derde week
verbetert meestal na 2e maand
|
||||
Wat zijn de kenmerken van pathologische geelzucht bij babies?
ontstaat altijd al de eerste 24h
snel stijgend bilirubine
verlengde geelzucht
Gestegen direct bilirubine
is altijd pathologisch bij pasgeborene
Wanneer is het gestegen?
>2mg/dl
of >20% vh totale bilirubine
|
Bilirubinestijging:
Bij zeer hoge niveau's aan maligniteit denken
(10-30 mg/dl)
Indien <15 mg/dl => eerder choledocholithiase
Geconjugeerd (direct) vs ongeconjugeerd (indirect)
Welke andere laboratoriumtesten kunnen nog iets meer vertellen over de oorzaak van de bilirubine stijging?
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
is normaal bij zwangerschap
is verhoogd bij botziekten
kan ook gestegen zijn bij verminderde functie galwegen
indien X2, denk aan:
hepatitis
cirrhose
Indien X3: denk aan:
1. extrahepatische galwegobstructie: stenen id galwegen
2. intrahepatische stase:
cirrhose
medicatie-geïnduceerd
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gestegen bij levercelbeschadiging
Er zijn 2 vormen van SGOT:
Alanine aminotransferase (ALT, SGOT)
zit voornamelijk in de lever
Aspartaat aminotransferase (AST, SGOT)
zit in:
lever
hart
nieren
hersenen
skeletspieren
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stijging is zeer sensitief voor galwegen
zit in:
lever
pancreas
hart
nieren
longen
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stijging ervan bevestigt hepatische oorsprong van gestegen alkalische fosfatase
zit in vele weefsels
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
kan gestegen zijn bij ernstig leverlijden
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Stijging is een prognostische factor voor een acute hepatitis
|
(= endoscopische retrograde cholangiopancreatografie)
Dit onderzoek kan zowel diagnostisch als therapeutisch nuttig zijn.
|
||||
stenen ih lumen vd galwegen
maligniteiten: meestal zichtbaar als stricturen
biopsiename is mogelijk
|
||||
verwijderen van stenen uit de ductus
plaatsen van een stent bij maligne stricturen
|
Welke testen moeten we doen bij geelzucht bij neonati?
|
||||
van het kind
van de moeder
|
||||
voor aantonen van rhesus antistoffen
|
||||
CBC
reticulocyten
directe bilirubine
bloedstrijkje
|
||||
G6PD bepalen
|
4. DD
Cholestase kan zowel intrahepatisch zijn als extrahepatisch.
|
||||
zwangerschap
medicatie
Syndroom van Dubin-Johnson
Rotor syndroom
Benigne recurrente cholestase
familiale syndromen
sepsis
postoperatief
lymfomen
|
||||
Welke andere aandoeningen kunnen bij babies nog de oorzaak zijn van intrahepatische cholestase?
|
||||
congenitale hartafwijkingen
congestief hartfalen
shock
asfyxie
|
||||
alfa 1 trypsine deficiëntie
trisomie 18 of 21
mucoviscidose
ziekte van Gaucher
ziekte van Niemann-Pick
Glycogeenopslag type 4
|
||||
bacteriële sepsis
cytomegalievirus
enterovirus
herpes simplex virus
Rubella
Syfilis
tuberculose
varicella
virale hepatitis
|
||||
ernstige hemolytische immuunziekten
|
||||
galstenen
strictuur van de galwegen
bacteriële cholangitis
Scleroserende cholangitis
tumoren:
carcinoma van
ampulla
galblaas
pancreas
cholangiosarcoom
pancreatitis
pancreaspseudocyste
bloeding id galwegen (=hemobilie)
duodenumdivertikels
Ascariase
complicaties na een laparoscopische cholecystectomie
congenitaal:
atresie van de galwegen
cyste van de ductus choledocus
|
5. Behandeling
|
|||
Hemoculturen
Antibiotica parenteraal
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
|
|||
advies chirurgie
|
|||
Hier hebben we twee therapeutische mogelijkheden:
ERCP
papillotomie
ballondilatatie van de papil
uithalen van de steen met een netje
CHIRURGIE
|
|||
Conservatieve therapie is geïndiceerd bij
niet-obstructieve geelzucht
obstructief intrahepatisch
|
|||
alcoholgebruik
medicatie
|
|||
overweeg gebruik van interferon
|
|||
indicaties:
hemochromatose
Ziekte van Wilson
|
|||
Overweeg het gebruik van corticosteroïden
|
|||
overweeg de volgende therapieën
Wisseltransfusie
Fototherapie
Fenobarbital
Metalloporfyrines
|
|||
Indicaties:
Ernstig verhoogd bilirubine (>20 mg/dl) bij volgroeide pasgeborenen
Anemie door autoimmuun hemolytische aandoening
|
|||
Mogelijke indicaties:
Neonati met bilirubine >17 mg/dl
2x per dag meten tijdens de therapie
therapie doorzetten tot 4-5 mg/dl
|
|||
Mogelijke indicaties voor het gebruik van fenobarbital zijn:
Sepsis
medicatie geïnduceerde geelzucht
Wat doet fenobarbital?
Het doet het direct bilirubine dalen
|
|||
Werking: Zij inhiberen oxygenase in het bloed
|
Opnamecriteria
Gestegen prothrombinetijd
Voeg een nieuwe reactie toe
Login [1] om te reageren